vrijdag 19 januari 2018

DE EENZAAMHEID VAN VLAANDEREN 22

De plechtige installatie van de Universiteit van Gent door de prins van Oranje 
in de troonzaal van het stadhuis op 9 oktober 1817.

Dat men in België toe is aan een zekere herwaardering van Koning Willem I en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden kun je opmaken uit het feit dat de stad Gent in 2015/2016 feestelijkheden organiseerde ter herdenking van Willem I: “de koning die nog in geen 15 jaar zijn lievelingsstad Gent als geen ander een nieuwe impuls gaf. (1815-1830)." 


"Hij stichtte in Gent de universiteit (de eerste volledig Nederlandstalige Universiteit), hij liet het kanaal van Gent-Terneuzen aanleggen, waardoor een oude Gentse droom in vervulling ging: een rechtstreekse uitweg naar de zee, hij opende de markten van Nederlands-Indië voor de Gentse katoennijverheid (ongeveer 50.000 banen), hij steunde de textielnijverheid en subsidieerde de oprichting van een belangrijk metaalconstructiebedrijf, hij werd met de opening van kosteloze armenscholen tevens de stichter van het Gents openbaar onderwijs, hij voerde gasverlichting in en plaatste honderden lantaarns... en toch is er geen plein, geen straat, geen laan naar hem genoemd.” (zie de website: Willem, bedankt! Comité 1815-2015)



De lezer zal zich mogelijk verbaasd afvragen waarom de Vlamingen dan toch mee in opstand kwamen tegen Koning Willem I die eindigde met de stichting van het koninkrijk België. Een van de oorzaken tot de opstand zou “de taaldwang” geweest zijn waarmee bedoeld wordt dat Koning Willem I het Nederlands als voertaal voor het hele koninkrijk wilde invoeren.

“De taaldwang, het Nederlands als voertaal, zorgde voor weerstand in het Zuiden (het tegenwoordige België), waar in Wallonië, de kerkelijke leiders, de adel en de bourgeoisie in Vlaanderen Frans sprak….Om de verfransing, die door het Franse regime versneld was, tegen te gaan, werd het Nederlands met het Koninklijk Besluit van 1 oktober 1814 ook in het Zuiden de officiële taal. Voor de Fransgezinden was het een minderwaardige taal, terwijl het voor het dialectsprekende volk zogenaamd een vreemde taal was. In de eerste jaren daarna zou de versterking van de Nederlandse taal zonder dwang plaatsvinden, maar op 15 september 1819 werd het taalbesluit uitgevaardigd dat bepaalde dat na een overgangsperiode van drie jaar het Nederlands de enige taal voor bestuur en rechtspraak zou worden in al de door voornamelijk Nederlandstaligen bewoonde provincies Limburg, Antwerpen en Oost- en West-Vlaanderen. In 1822 werden hier de arrondissementen Brussel en Leuven aan toegevoegd. Dit was tegen de zin van de rijke, voornamelijk Franstalige, burgerij.” (Wikipedia, Belgische revolutie)


Dat de Walen met Frans als moedertaal zich verzetten tegen de invoering van het Nederlands als voertaal valt te begrijpen net als het verzet van de adel. Adel is nu eenmaal van oudsher Frans georiënteerd en dan niet alleen taalkundig. De Franse taal wordt zelfs gezien als behorende tot een hogere cultuur. In de Nederlandse litteratuur wordt dit aloude gedachtengoed met humor geridiculiseerd door het optreden van Markies de Cantecler, verbeeld door een arrogante haan in de verhalen van Heer Bommel en Tom Poes van Maarten Toonder. Maar waarom de Vlaamse bourgeoisie? Waren zij dan niet langer begaan met de taal van hun voorouders en die van het Vlaamse volk?

(verschijnt elke vrijdag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten