donderdag 22 juni 2017

HET KATHOLIEKE SAUSJE VAN DE COLOMBIAANSE ONTVOERDERS VAN BOLT EN FOLLENDER

De priester Camilo Torres Restrepo was zelf afkomstig uit een zeer gegoede
Colombiaanse familie maar besloot na een lange tweestrijd zijn priesterkleed
af te doen en zich aan te sluiten bij het op Cuba georiënteerde guerrillalegertje ELN.

Op de TV werd het Colombiaanse revolutielegertje ELN dat Bolt en Follender ontvoerd zou hebben, weggezet als een FARC met een katholiek sausje. Dat komt waarschijnlijk omdat in de eerste jaren van de ELN de katholieke priester Camilo Torres zich bij hen had aangesloten. Achter dat katholieke sausje zit echter een lange geschiedenis.

De ELN is in 1964 opgericht als een nieuwe loot aan de stam van de Cubaanse revolutie. Als zodanig is er dus weinig katholieks aan de ELN. In 1965 legt Torres zijn priesterkleed af, sluit zich aan bij de ELN en het jaar daarop in februari wordt hij meteen al tijdens zijn eerste actie als revolutionaire strijder dood geschoten. De impact van zijn revolutionaire keuze in de jaren na zijn dood was niettemin erg groot in het katholieke Colombia. In die jaren noemde bijvoorbeeld de sociaal christelijke georiënteerde vakbond CGT hun vormingscentrum naar Camilo Torres.

In de decennia daarna kreeg Camilo Torres vele volgelingen onder priesters en paters in vooral Latijns Amerika. Er ontstond zelfs een "bevrijdingstheologie" die de gebruikelijke katholieke individuele zonde verplaatste naar de collectieve -sociale- zonde. De zonde werd gepolitiseerd. Veel bevrijdingstheologen kwamen langs deze weg uit bij het Marxisme en aanverwante stromingen. 

Er ontstond ook zoiets als de kerk van de armen of ook wel basiskerken genoemd. Op zich allemaal goed bedoelde initiatieven ter bestrijding van het sociale onrecht en ter verheffing van de armen in Latijns Amerika maar net als Camilo Torres liepen al deze initiatieven dood op de politieke werkelijkheid van alledag. Vandaag de dag spelen basiskerk en bevrijdingstheologen geen rol meer in de politiek of de samenleving. Ze zijn ten onder gegaan met de Cubaanse revolutie die in de jaren zestig in een ordinaire Marxistische dictatuur was veranderd. Cuba is ook geen inspiratie meer hoe graag sommige bevrijdingstheologen zoals bijvoorbeeld  de Nicaraguaan Ernesto Cardenal en de Braziliaan Frei Betto dat ook wilden. 

Camilo Torres was verre van een Marxist. Hij kon begrip hebben voor hun ideeën en standpunten maar hij was het zelf niet. Hij dacht ook niet in termen van klassenstrijd zoals velen na hem. Hij dacht in termen van volk, arm volk om precies te zijn en dat het Colombiaanse parlementaire systeem niet de geschikte weg was om veranderingen teweeg te brengen. 

De Karmeliet Irenaeus Rosier in 1972, tijdens een wandeling
in Dekkerswald bij Nijmegen waar hij herstelde van wat je een jarenlange
 roofbouw op zijn lichaam zou kunnen noemen.
Hij is op 75 jarige leeftijd (1918-1994) overleden in Ibagué, Colombia

Een goede informatiebron voor de beweegredenen van Camilo Torres om zich aan te sluiten bij de ELN is het verhaal dat zijn Nederlandse vriend en pater Karmeliet Irenaeus (Frans) Rosier
ons vertelt in zijn boek “Het volk gelooft niet meer in beloften” (uitgeverij Paul Brand, Hilversum 1968)

Torres en Rosier leerden elkaar kennen in de tijd dat ze beiden doceerden aan de Staatsuniversiteit van Bogota en later ook aan de Universiteit de los Andes. Het laatste hoofdstuk van het genoemde boek wijdt Rosier aan zijn vriend Camilo Torres die intussen was omgekomen bij een actie van het ELN. Rosier schetst een genuanceerd beeld van het hoe en waarom Torres besloot zich bij de ELN guerrilla aan te sluiten.

Hieronder enkele fragmenten waarin Rosier het hoe en waarom Camilo Torres betrokken raakte bij de sociale problemen in zijn land. 

“Camilo was een priester bij wie de noden van onze tijd een sterke weerklank vonden. Bezield door zijn liefde voor de medemens en zich scherp bewust van zijn priesterlijke roeping zette hij er zich geheel voor in, om een oplossing te vinden voor deze grote problemen. … “

“Omdat zijn liefde voor de medemens ook christelijk geïnspireerd was, toonde hij zich duidelijk ontzet over het feit dat een samenleving die zich christelijk noemde naar zijn mening geen daadwerkelijke bekommernis liet zien met haar leden, of die nu christelijk waren of niet. Het deed hem pijn te moeten constateren, dat veel van zijn landgenoten slechts in theorie en op papier menselijke rechten hadden, maar zich in werkelijkheid tevreden moesten stellen met een vaak uiterste armoede, die in scherp contrast stond met de overdadige rijkdom van weinigen.”

Hieronder een fragment dat duidelijk maakt hoe Camilo Torres verzeild raakt in de politieke machtsstrijd.

"Ik veronderstel dat je het met me eens bent", vervolgde Camilo, "wanneer ik zeg dat Colombia andere sociale en economische structuren nodig heeft, wil het volk zich werkelijk kunnen emanciperen. Het non-conformisme m.b.t. de bestaande toestanden is algemeen. Dit non-conformisme van de armere bevolking kan zich echter nauwelijks in het parlement laten horen."

"In de loop van de jaren ben ik de vertrouwensman geworden van de verschillende non-conformistische groeperingen. Ik ken hun leiders. Zij doen een beroep op mij om de revolutionaire krachten tot eenheid te brengen. Ik meen op dit dringende verzoek in te moeten gaan; De meerderheid van het volk kan op niemand terugvallen die in hun aller naam hun rechten kan verdedigen. De versnippering van de non-conformistische krachten leidt tot niets. Ik persoonlijk heb geen politieke ambities."

In deze laatste zin ligt het hele drama van Camilo Torres besloten. Hij had geen enkele politieke ambitie maar door zijn keuze voor wat hij "non-conformistische groepen" noemt, kwam hij onverbiddelijk terecht in de politiek. Maar politiek is moeilijker dan je in je idealisme vermag te denken. De meeste non-conformistische politieke leiders lieten hem dan ook in de steek toen het te moeilijk werd. 

Volgens Rosier werd Torres langzaam maar zeker de eenzaamheid in gedreven. 

"Toen hij stierf, had men hem zijn goede naam ontnomen, hem de uitoefening van zijn priesterschap verboden en hem een doodlopende straat in gedreven. In naam van wie? De pers schreef dat hij zijn dood zelf gewild en geprovoceerd had. Dit geloof ik niet. Is hij wellicht slechts het slachtoffer geworden van een fataal spel van misverstanden?" 

1 opmerking:

  1. Ondertussen zijn Bolt en Follender bijna vrij, als ik het laatste nieuws mag geloven. Dank voor dit inkijkje in de ELN. Kende die beweging niet tot voor zaterdag.

    BeantwoordenVerwijderen